Didactische aanbevelingen

Deze didactische aanbevelingen zijn het resultaat van de besprekingen tijdens de netwerksessies georganiseerd door het Vlaams Lerend Netwerk STEM SO. De werking van het netwerk is vertrokken vanuit het STEM-kader van de Vlaamse overheid, waarbij de 10 dimensies van STEM worden voorgesteld. Het bleek echter dat deze 10 dimensies niet genoeg gefocust zijn op de praktijk van het onderwijs. Directies en leerkrachten zoeken antwoorden op de vragen Waarom? Wat? Hoe? Voor wie?.
Tijdens de netwerksessies zijn een aantal spanningen aan bod gekomen, die ook terug te vinden zijn in het eindrapport van het Vlaams Lerend Netwerk STEM Secundair Onderwijs. Deze spanningen sluiten respectievelijk aan bij de vragen Waarom? Wat?, Voor wie? en Hoe?.

1. Wat en waarom?

Een eerste opvallende spanning is die tussen ASO- en TSO-scholen. Zij geven elk een andere invulling aan het begrip ‘STEM’ wat al snel leidt tot vragen en discussies over wie dan de ‘echte’ STEM geeft. Dat scholen van verschillende onderwijsvormen STEM anders invullen, is echter begrijpelijk, het is dus interessant om het verschil in invulling van STEM een plaats te geven in de gesprekken tussen scholen, ouders, leerlingen,... Bovendien houdt de vraag “wat is (de) ‘echte’ STEM?”  eerder verband met nadenken over de doelen van STEM in het onderwijs: de waarom- en de wat-vraag zijn dus sterk aan elkaar verbonden.

2. Hoe?

Een tweede spanning is er tussen de manier waarop er over STEM gesproken wordt, als zijnde een nieuwe didactiek (soms in het enkelvoud als ‘de’ STEM-didactiek) aan de ene kant, en als een brede diversiteit aan mogelijke didactieken om op een interdisciplinaire manier met wetenschap, techniek, ontwerp en wiskunde aan de slag te gaan, aan de andere kant.

3. Voor wie?

Tenslotte is er een spanning tussen STEM-geletterdheid en STEM-specialisatie/focus. Bij geletterdheid gaat het om een brede cultuur voor STEM: ‘for all’. Bij specialisatie richt men zich tot lln. die kiezen voor of een aanleg hebben voor STEM. Deze spanning maakt conversaties over STEM moeilijk. Uit de werking van het netwerk is gebleken dat nuancering nodig is en dat tot nu toe er relatief weinig aandacht is voor de geletterdheid van STEM.

De didactische aanbevelingen omvatten:

  • Een schema dat de relatie tussen de 10 dimensies van het STEM kader duidelijk maakt.

  • Een InkleurModel voor het STEM onderwijs: dit model tracht deze spanningen te ontspannen door de broodnodige nuance in de verschillende vormen van STEM visueel en bespreekbaar te maken. Het is een instrument die de leerkrachten en de scholen aanspreekt op hun professionaliteit.

  • Tien didactische aanbevelingen.

Meer details vind je terug in het Eindrapport van het Vlaams Lerend Netwerk STEM SO.